Ashtanga Yoga
Ashtanga betekent “acht leden” in het Sanskriet, en verwijst naar de acht leden, oftewel naar de acht paden van yoga die worden beschreven in de Yoga Sutras van Patanjali. Mocht je meer over Ashtanga Yoga willen weten, dan klik op deze link. Via de volgende link lees je meer over de geschiedenis van Ashtanga Yoga.
Maar in het praktijk (in het kort) vind ik dat Ashtanga Yoga beschreven kan worden door 4 kenmerken.
(1) Ashtanga yoga bestaat uit een vaste serie van houdingen (asana’s) die achter elkaar worden uitgevoerd in een “flow”, of in “vinyasa’s” (zoals in het Sanskriet wordt benoemd). Elke beweging gaat gepaard met een in- of uitademhaling.
(2) Er wordt gebruik gemaakt van de “Ujjayi” ademhaling. Dit is een krachtige manier van ademhalen (je maakt een “oceaan”- geluid door je keel) die ervoor zorgt dat je gefocust blijft, en dat de kracht en energie in je lichaam blijft stromen.
(3) Het aanspannen van “bandha’s”. Op bepaalde plekken van je lichaam span je tijdens het beoefenen van de houdingen je spieren aan, en stuur je ook je energie naar die plekken toe tijdens het ademhalen.
(4) Het gebruik maken van “dristi” tijdens de houdingen. Dristi is eigenlijk een focuspunt of de richting waar je naar kijkt terwijl je in een houding bent.
Wat zijn Mysore lessen?
Ashtanga yoga wordt oorspronkelijk in “mysore-stijl” lesgegeven. Mysore is een plaats in India waar Ashtanga yoga is “geboren”. Daar komt dus ook de naam vandaan. Bij een Mysore les krijgt iedereen individueel les in een groepsverband. Iedereen kan starten wanneer hij/zij wilt. Op deze manier kan iedereen zijn eigen tempo bepalen tijdens de les. Je hoeft dus niet te luisteren naar een yogadocente die het tempo bepaalt. Iedereen heeft zijn eigen tempo van ademhalen, en omdat ashtanga yoga nu eenmaal een zwaardere vorm van yoga is, is het juist belangrijk dat iedereen in zijn eigen tempo in of uit een houding komt.
Een ander voordeel van Mysore lessen is dat iedereen op zijn eigen niveau de les kan volgen. Een beginneling kan starten met de zonnegroeten, de staande houdingen en misschien een paar zittende houdingen, terwijl een gevorderde leerling meer houdingen heeft. Daarnaast is er de tijd om aandacht te besteden aan blessures. Zodra een houding niet prettig voelt bij een leerling, is er de tijd en ruimte om te kijken naar oplossingen en/of aangepaste houdingen.
Het enige wat misschien vervelend lijkt is het onthouden van de volgorde van de houdingen. Maar dit is alleen maar een kwestie van tijd. Vanaf het begin zal de yogadocente een leerling begeleiden. De yogadocente zal hiermee doorgaan totdat hij/zij merkt dat de leerling patronen gaat herkennen; langzaam zal de leerling worden losgelaten. Uiteindelijk leert iedereen de volgorde. Het leren van de volgorde hoort erbij en is een manier om je focus te trainen; in het hier en nu blijven. Als je eenmaal de volgorde kent, dan is het heel fijn om je yoga-practice te doen in je eigen flow.